Lagereordevragen versus hogereordevragen. Lagereordevragen zijn voornamelijk gericht op het testen van kennis ("noem drie ...") terwijl hogereordevragen gericht zijn op integratie en creatief toepassen ("geef argumenten voor ..."). Lagereordevragen hebben meestal één juist antwoord, terwijl hogereordevragen leiden tot allerlei "goede" antwoorden en discussies.
De ordes van leren zijn verbonden met het OBIT-model. Niveau 1 en 2 (onthouden en begrijpen) horen bij lagereordeleren, niveau 3 en 4 (integreren en creatief toepassen) horen bij hogereordeleren.
--
Area: 🧑 Teach