Toetsen op school.

2 De inhoud van toetsen

Bij het maken van toetsvragen kun je uitgaan van de Taxonomie van Bloom en de Taxonomie van Romiszowski.

Model competent handelen:
Pasted image 20210513134105.png

4 De validiteit van toetsscores

Validiteit van toetsscores moet bewezen worden. Er zijn zeven categorieën van validiteitsbewijzen:

  1. Inhoudsbewijzen: de toets moet vragen bevatten over alle delen van de leerstof.
  2. Complexiteitsbewijzen: de toets moet alle kennishandelingen bevatten (oproepen, toepassen, analyseren).
  3. Interne structuur bewijzen: relatie tussen vragen onderling en tussen de vragen en de complete toets. Welke vaardigheden toets je en komen alle vaardigheden terug in vragen op de toets?
  4. Externe structuur bewijzen: samenhang tussen scores van leerlingen op de ene toets versus de andere toets of versus de oordelen van leraren.
  5. Betrouwbaarheidsbewijzen: meet je een vaardigheid op een betrouwbare manier? Is de toets ook valide (analogie met schietschijven). Zie ook Betrouwbaarheid versus Validiteit
  6. Extrapoleerbaarheidsbewijzen: resultaten van een toets hebben ook waarde in praktijksituaties (en niet alleen in de context van de toets).
  7. Consequentiële bewijzen: wat zijn de consequenties van het resultaat van een toets (bij zowel leerling als leraar)?

6 Het construeren van gesloten vragen

Een aantal veelvoorkomende gesloten vragen:

  • Standaardtype: meerkeuzevragen met alternatieven als mogelijke antwoorden
  • Vraag met twee uitspraken: stellingvragen (welke stellingen zijn juist)
  • Vraag met meer dan twee uitspraken: stellingvragen (zie hierboven)
  • Herordeningsvraag: in juiste volgorde plaatsen
  • Combinatievraag: combineer gegevens uit ene rij met gegevens uit andere rij
  • Waar/onwaar vraag: stelling is waar of niet waar

7 Het construeren van open vragen

Een aantal soorten open vragen:

  • In- en aanvul vragen: vul een incomplete zin aan (vul in op de puntjes)
  • Kort-antwoord vragen: antwoord is een citaat, enkel woord, enkel getal, eenvoudige zin.
  • Lang-antwoord vragen: antwoord bestaande uit samenhangende zinnen.
  • Opstel- en betoog vragen: antwoord is een samenhangende tekst.