Informatici in het onderwijs: passie of portemonnee?

Toen ik op de middelbare school zat, had ik een geweldige informatica-docent. Hij leerde me niet alleen de basis van programmeren, maar ook hoe ik creatief en kritisch kon denken over digitale problemen. Hij maakte me enthousiast voor het vak en inspireerde me om later informatica te gaan studeren. Hij regelde zelfs een server waar leerlingen hun eigen website op konden plaatsen, zodat deze door iedereen kon worden bezocht. Zo konden we onze vaardigheden in de praktijk brengen en feedback krijgen van echte gebruikers.

Ik herinner me nog dat de webshop die ik samen met een andere groep leerlingen maakte voor een echte webshop werd aangezien, waardoor we de “klant” moesten teleurstellen dat het slechts om een schoolproject ging.

Hij was als een mentor die de geheimen van de informatica onthulde. Ik ben hem nog steeds dankbaar voor zijn lessen en zijn passie.

Een verloren computer in een digitaal bos

Helaas hebben veel scholieren tegenwoordig niet meer de kans om zo’n docent te treffen. Er is namelijk een groot tekort aan docenten informatica in het Nederlandse voortgezet onderwijs. Slechts 50% van de middelbare scholen geeft onderwijs op dit gebied. En dit komt met name door een gebrek aan voldoende docenten informatica. Het is een grote leegte die niet gevuld kan worden en dat in het hart van het toekomstbestendige onderwijs. Sterker nog, volgend jaar wordt een docententekort van 20 procent verwacht; onderzoeksbureau CentERdata denkt dat in 2025 bijna de helft van de gezochte docenten niet kan worden gevonden.

De overheid probeert deze uitdaging op te lossen door meerdere routes richting het docentschap aan te bieden. Zo zijn er subsidies voor zij-instromers, lerarenbeurzen voor bijscholing en regionale samenwerkingsverbanden tussen scholen en opleidingen. Dit zijn allemaal goede initiatieven - en ook broodnodig - maar ze vergeten een belangrijke factor voor het tekort: het salaris van een docent informatica is vele malen lager dan wat informatici in het bedrijfsleven kunnen verdienen. Het is alsof de overheid een pleister plakt op een open wond, zonder de oorzaak aan te pakken.

Het salaris zal één van de belangrijkste redenen zijn om niet voor het onderwijs te kiezen. Het verschil tussen onderwijs en bedrijfsleven kan oplopen tot duizenden euro’s per maand. Dat is een groot obstakel voor veel informatici die wel interesse hebben in het overdragen van hun kennis en vaardigheden aan de volgende generatie. Zeker als ze ook nog rekening moeten houden met andere factoren, zoals werkdruk, administratieve lasten en gebrek aan waardering vanuit de samenleving. Het is alsof ze moeten kiezen tussen hun passie en hun portemonnee. Nu is geld natuurlijk niet de enige motivatie in het leven, maar het huidige contrast tussen wens en werkelijkheid is wel erg pijnlijk.

Een hoopvolle computer

Geen enkele oplossing gaat werken zolang het salaris van docenten niet gelijk wordt gesteld aan salarissen in het bedrijfsleven (of daar in ieder geval veel dicher bij in de buurt komt). Het wordt tijd dat de overheid erkent dat docenten informatica een schaarse en waardevolle groep is, die essentieel is voor de toekomst van onze digitale samenleving. Het is tijd dat de overheid investeert in het aantrekken en behouden van deze docenten, door ze een eerlijk en concurrerend salaris te bieden. Alleen dan kunnen we ervoor zorgen dat elke scholier de kans krijgt om een geweldige informatica-docent te treffen, zoals ik die ooit had. Het is tijd om de kloof te dichten met waardering.